Iedere werkgever moet er eentje hebben: een deskundige werknemer die bijstand verleent. Dat staat in artikel 13 van de Arbowet. In de praktijk heet deze deskundige werknemer preventiemedewerker. Hij is een ‘gewone’ werknemer die een aantal wettelijk vastgelegde preventietaken heeft. De werkgever kan het takenpakket zo groot of klein maken als hij zelf wil.
De preventiemedewerker heeft in elk geval een aantal taken die in de Arbowet zijn vastgelegd. Eén van die taken is helpen bij het opstellen van de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). In de RI&E legt de werkgever vast welke risico’s een werknemer loopt op de werkvloer. Die risico’s kunnen verschillen per functie en per afdeling. De preventiemedewerker moet aandacht besteden aan bijzondere groepen werknemers, zoals zwangere werknemers of gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers. In de RI&E staat hoe werknemers de preventiemedewerker kunnen bereiken.
Als de risico’s eenmaal zijn vastgesteld in de RI&E, moet de preventiemedewerker maatregelen vastleggen in het plan van aanpak. Hij noteert bijvoorbeeld dat een halfjaarlijkse voorlichting het risico van klachten aan armen, nek en schouders tegen kan gaan. Het is dan wel de bedoeling dat hij hiermee aan de slag gaat en die voorlichting organiseert. Hij kan zelf voorlichten of iemand uitnodigen op de werkvloer. Ook controleert de preventiemedewerker of de werkgever zich op alle vlakken aan de wet houdt.
De preventiemedewerker is de spin in het web van de arbeidsomstandigheden. Hij gaat regelmatig aan tafel met diverse partijen en zorgt ervoor dat de neuzen van alle arboprofessionals dezelfde richting op staan. Zo adviseert hij de ondernemingsraad (OR) of personeelsvertegenwoordiging (PVT) en werkt hij nauw met medezeggenschap samen. Dat is niet de enige partij waar hij mee samenwerkt, want hij moet ook advies geven aan en samenwerken met de arbodienst en de bedrijfsarts.
De werkgever kan het takenpakket van de preventiemedewerker zo uitgebreid maken als hij zelf wel. Naast de verplichte wettelijke taken kan de preventiemedewerker bijvoorbeeld ook vertrouwenspersoon zijn. Hij hoort dan het verhaal aan van een werknemer die ongewenst gedrag (bijvoorbeeld seksuele intimidatie of geweld) heeft ervaren of niet weet wat hij aan moet met een oneerlijke situatie op werk (bijvoorbeeld een manager die fraudeert). Ook kan hij zich bezighouden met het bijhouden en registreren van arbeidsongevallen. Hij geeft dan duidelijke informatie over melding van een ongeval aan Inspectie SZW, verzamelt bewijsmateriaal voor het onderzoek en geeft antwoord op vragen. Ook voorlichting geven aan werknemers over veilig en gezond werken kan tot zijn taken behoren.
In een kleine organisatie tot 25 werknemers mag de werkgever de rol van preventiemedewerker zelf invullen. Daarboven moet hij een werknemer aanwijzen voor die rol. Dat is in principe een eigen werknemer, die de organisatie kent en weet wat er speelt op de werkvloer. Als het echt niet lukt om een interne werknemer te vinden, mag hij een externe preventiemedewerker aanstellen. De preventiemedewerker moet zijn taken onafhankelijk en los van de werkgever kunnen uitvoeren. Hij heeft daarom dan ook ontslagbescherming.
De preventiemedewerker kan veel invloed uitoefenen op het arbobeleid. Omdat hij zo’n belangrijke rol speelt, mag de werkgever niet zomaar elke werknemer aanwijzen als preventiemedewerker. De OR of PVT heeft instemmingsrecht over de manier waarop de functie wordt vormgegeven en de persoon die de functie vervult. Dat betekent dat de werkgever eerst een verzoek bij de OR of PVT neerlegt. Ze vergaderen daar minimaal één keer over voordat de raad instemming verleent of weigert.
Visma Verzuim wil werknemers veilig, gezond en duurzaam inzetbaar houden. Dat doen wij door samen met onze klanten de meest flexibele, complete en gebruiksvriendelijke software te ontwikkelen voor verzuimbegeleiding en het inzetbaar houden van werknemers. Daarbij geloven wij in de kracht van eenvoud, connectiviteit en data.